woensdag 14 december 2011

Schoolboeken zijn gevaarlijk voor de ontwikkeling van de leerlingen

Het onderwerp gisteren (13 december 2011) op Discussie Dinsdag was "Schoolboeken zijn gevaarlijk voor de ontwikkeling van de leerlingen."  In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.


Het onderwerp is gekozen naar aanleiding van een artikel van Gerard Dummer op zijn weblog.
In het artikel doet hij zich voor als een onderzoeker die aan de hand van vier aspecten aantoont dat schoolboeken een onvoldoende scoren op alle fundamentele educatieve elementen van leermiddelen.
  1. Inhoud - In boeken wordt slechts van twee soorten media gebruik gemaakt: tekst en afbeeldingen. Audio, video en weblinks worden niet gebruikt.
  2. Adaptiviteit - De inhoud van schoolboeken kan niet worden aangepast. Daarbij wordt een aantal voorbeelden genoemd. En dat terwijl in het kader van opbrengstgericht en handelingsgericht werken van de leerkracht wordt verwacht dat ze het onderwijs aanpast aan de individuele leerling.
  3. Gebruiksvriendelijk - Ook hier scoren boeken onvoldoende. Het systeem van verwijzingen is ouderwets. Je kunt tekst niet taggen en er wordt geen directe feedback gegeven.
  4. Inzetbaarheid - Tijdverlies door uitdelen en ophalen van boeken. Inhoud kan niet aangepast worden aan de groep en de actualiteit. Werk nakijken kost onnodig veel tijd.
Gerard Dummer laat de uitgevers ook fictief reageren op zijn "onderzoek". "We spelen in op de markt en stellen aanvullend materiaal beschikbaar om aan de bezwaren tegemoet te komen."
Dummer concludeert dat de overheid er goed aan zou doen accijns te heffen op de verkoop van schoolboeken.
Tot zover een samenvatting van het artikel. Natuurlijk heeft Gerard willen prikkelen en daarin hij prima geslaagd, getuige een van de reacties op de stelling van Discussie Dinsdag: "Ik vindt 'achterhaald' al prikkelend genoeg."

Tijdens de discussie werd duidelijk dat we de kinderen tekort doen als we ze alleen uit boeken laten leren.
De werkelijkheid is weerbarstig, want schoolboeken bieden leerlingen én leerkrachten veel structuur. Als leerkrachten die houding hebben, maken ze het zichzelf lastig om de gebaande paden te verlaten en andere middelen in te zetten.
Leerkrachten die zowel boeken als andere middelen, zoals digitale leermiddelen inzetten, hanteren het principe van Blended learning, inmiddels een brede term, waarbij allerlei vormen van ?gemengd? leren kunnen worden bedoeld. In dit geval leren waarbij allerlei verschillende leermiddelen worden gebruikt, om tegemoet te komen aan verschillen in leerstijlen, maar ook om de specifieke voordelen van deze leermiddelen uit te buiten, zoals het aanbieden van actuele informatie, uitbreidingsmateriaal en multimedia.

We moeten niet alléén gebruik gaan maken van digitale media. Doseren is heel belangrijk. Er zijn immers ook leerlingen die bepaald geen affiniteit hebben met de computer. Waarbij een deelnemer wel opmerkte dat, wanneer ze de gelegenheid hebben gehad om de voordelen goed te onderzoeken, deze houding ook kan veranderen. "Computers boeiden met niet, maar nu wel: ik weet wat er kan." In de discussie werd trouwens ook gesteld dat het hele boek in het ronde archief mag nu de tablets hun intrede gedaan hebben. Dit vanwege de leesbaarheid, de hanteerbaarheid en de interactiviteit.

Het is wel belangrijk dat de digitale leermiddelen interactief worden ingezet. Daar zit vooral de meerwaarde. Maak gebruik van middelen om bijvoorbeeld samen te leren, verhalen te schrijven, video te maken en te bewerken, te mindmappen, in te spelen op verschillen in leerstijlen, zoals Meervoudige Intelligentie.
Leerkrachten moeten wel leren om technologie in hun onderwijs te integreren. Het TPACK-model  kan daarbij helpen. Hierbij gaat het over de kennis van de leraar om digitale middelen (Technology) te integreren in de didactiek (Pedagogy) die hoort bij de inhoud van het onderwijs (Content).
Een mooi voorbeeld werd aangedragen in de vorm van een korte presentatie waardoor de leerlingen heel nieuwsgierig werden en zelf op zoek gingen naar antwoorden, ook in het boek!

We gingen ook in op de vraag of het aanbod van moderne media geschikt is voor alle leerlingen. Sommigen hebben immers veel structuur nodig (vergelijk ze maar met leerkrachten...) en anderen kun je veel vrijer laten.  Hierover verschilden de meningen: de een vond dat motivatie de belangrijkste motor is om tot leren en ontdekken te komen, de ander stelde daar tegenover dat de mate van ontwikkeling vooral bepalend is.

De rol van de leerkracht gaat wel veranderen, meer naar stimulator, bewaker en begeleider, want helemaal loslaten doe je natuurlijk niet. "Trust, but verify."  De leerkracht wordt een designer. En sommige leerkrachten zijn het al.

Deelnemers aan deze discussie waren:
@jvennink; @pietvsz; @henkheurter; @RJoch; @Sjaboepaan; @anthonyvdzande; @devlies; @ictvliedberg; @GUPAGEBO

Vandaag heeft Gerard een vervolg op zijn onderzoek gepubliceerd: Een nieuwe uitgever die het kind en de leraar w‚l centraal wil stellen.

2 opmerkingen:

  1. Toevallig las ik net een stukje van Jan van Miert over een onderwerp dat hier nauw bij aansluit nml de meerwaarde van digitale werkboeken. Mogelijk nuttig om hier een linkje naar te geven: http://bit.ly/sF5iWO

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Leuk om te lezen dat jullie voor Discussie Dinsdag mijn blogpost hebben genomen als uitgangspunt. Even een reactie op wat ik hierboven lees.

    Ik lees: "De werkelijkheid is weerbarstig, want schoolboeken bieden leerlingen én leerkrachten veel structuur. Als leerkrachten die houding hebben, maken ze het zichzelf lastig om de gebaande paden te verlaten en andere middelen in te zetten."

    Klopt dat schoolboeken dit doen. Maar de digitale varianten die ik voor ogen heb, kunnen dit natuurlijk ook bieden. Sterker nog: de binding met leerlingvolgsystemen wordt er theoretisch gezien eenvoudiger op en dat biedt de leraar veel handvatten en structuur.
    Bedenk ook wat voor gebaande paden je verlaat: die van het niet in kunnen spelen op de individuele onderwijsbehoeften van leerlingen. Een pad dat ik graag verlaat.

    Ik lees ook:
    "We moeten niet alléén gebruik gaan maken van digitale media. Doseren is heel belangrijk. Er zijn immers ook leerlingen die bepaald geen affiniteit hebben met de computer."

    Alleen gebuik maken van digitale media is natuurlijk niet de bedoeling. De kracht van elk medium gebruiken is wel de bedoeling. Denk hierbij aan het verhaal van een expert, de natuurwandeling in de buurt. Maar ook augmented reality, animaties en video.

    Affiniteit hebben met de computer is niet het uitgangspunt. Wel: hoe help ik deze leerling verder. Welke middelen kan ik daarvoor inzetten. Professionaliteit van de leraar moet hier in sturend zijn.

    Verder:

    "Het is wel belangrijk dat de digitale leermiddelen interactief worden ingezet."

    Interactiviteit is niet het doel. Maar ook een middel om iets te bereiken. Namelijk de vraag: hoe laat ik dit kind het beste leren.

    BeantwoordenVerwijderen