vrijdag 28 oktober 2011

Lessen met ICT: Het nieuws van de dag met Memolane

De trainers van Station to Station publiceren iedere twee weken een complete innovatieve les om leerkrachten te stimuleren met ICT aan de slag te gaan. De lessen staan altijd in het teken van een onderwijskundig doel waarbij een gratis toepassing op internet als hulpmiddel gebruikt wordt om een les leerzamer, boeiender en interactiever te maken.

Deze week de les 'Het nieuws van de dag met Memolane'

Memolane is een website, waarmee je online alles wat je deelt via de Sociale Media op een tijdlijn kunt zetten. Het biedt ook de mogelijkheid om dat samen met anderen te doen. Bijvoorbeeld om een gezamenlijke tijdlijn te maken rond een bepaalde gebeurtenis, zoals een vakantie, een project of de actualiteit.
Deze tool hebben we ook beschreven voor BoekTweePuntNul, een boek waarin 125 web 2.0-toepassingen worden besproken, beschreven door 125 verschillende auteurs.Aanvullend hierop hebben we een lesbrief gemaakt als voorbeeld hoe de tool concreet en doelgericht ingezet kan worden als lesmiddel.

In deze les zoomen we in op het Social Media-gedrag van leerlingen. Mediawijsheid dus! De wat oudere leerlingen, vanaf zeg maar de bovenbouw van het PO, delen heel informatie met anderen via bijvoorbeeld Facebook of Twitter: over wat hen bezig houdt, over gebeurtenissen in hun dagelijkse leven of in het nieuws, over hun hobby, hun sportactiviteiten, enzovoort. De doelgroep is afhankelijk van het medium, dat gebruikt wordt. Ook de gebruikte instellingen voor privacy spelen een rol.
Niet alles wat je deelt is voor anderen waardevol.  Het ene bericht is heel persoonlijk, het andere meer algemeen.  Maar welke informatie die je deelt via de Sociale Media is wél zinvol voor anderen? Bijvoorbeeld omdat je reflecteert op het nieuws van de dag, een nieuwtje meldt over de buurt waar je woont of de school waar je op zit, de successen van je sportclub?
In deze les kijken de leerlingen kritisch naar de berichten, die ze delen via de Sociale Media. Op basis van met elkaar opgestelde criteria beoordelen ze de nieuwswaarde ervan voor anderen. De les is bedoeld voor leerlingen uit de onderbouw van het VO, maar ook geschikt voor oudere leerlingen.

Je kunt het lesmateriaal downloaden op de website van Station to Station.

Memolane zou in het PO ook gebruikt kunnen worden in combinatie met de les 'Klassendagboek met Twitter'.


Memolane - See, Search & Share from Memolane on Vimeo.

We stellen het erg op prijs als leerkrachten hun ervaringen met ons delen. Dat kan door een bericht achter te laten op ons Blog, te Twitteren naar @netwijs of te reageren via email info@stationtostation.nl
Heeft u ook een innovatieve les gemaakt of heeft u een innovatieve ICT toepassing die u geschikt vindt. Mail ons uw les of lesidee.

P.S. Wist u dat scholen die het C3LO netwerk hebben iedere twee weken een nieuwe les op het netwerk krijgen die door de leerlingen zelfstandig verwerkt kan worden? Deze wordt door onze onderwijsredactie ontwikkeld. Een voorbeeld vindt u hier

donderdag 20 oktober 2011

i-Blocks – interactief, intelligent en inspirerend leren lezen

Leren lezen. Bij het ene kind lijkt het vanzelf te gaan, bij het andere kind kost het bloed, zweet en tranen. In de loop der jaren zijn er tal van materialen ontwikkeld om kinderen in dit proces te ondersteunen. Vrij recent kwamen de i-Blocks op de markt. Een innovatief apparaat waarmee kinderen spelenderwijs leesoefeningen kunnen doen.

De basisset bestaat uit een basisstation, 8 blokken met letters, 2 boeken en een handleiding. Wanneer je een boek in de het basisstation schuift, wordt deze herkent op basis van een ingebouwde geheugenkaart. Ook herkent het basisstation bij welke bladzijde het boek open ligt. De kinderen krijgen te horen, dat ze alle blokken in het basisstation moeten leggen. Daarna geeft het apparaat met rode lampjes aan welke blokken niet nodig zijn bij betreffende bladzijde. Ze horen de opdracht, dat ze de blokken weg mogen leggen. Daarna beginne de opdrachten die bij de open liggende bladzijde horen.

Deze opdrachten variëren van het naleggen van woordjes tot het zelf bedenken van woorden en alles wat daar tussen zit. Kinderen worden gestimuleerd om te werken van links naar rechts. Legt het kind de eerste letter geheel links neer, dan gaat er een groen lampje branden en wordt de letterklank uitgesproken. Begint een kind bijvoorbeeld met de tweede letter, dan zal het lampje bij die letter oranje worden en wordt de letter ook niet uitgesproken. Ook bij een verkeerde letter wordt deze niet uitgesproken. Goed gedrag wordt dus direct visueel en auditief beloond, bij een fout krijgt het kind alleen een visuele correctie.

Kinderen kunnen geheel zelfstandig met de oefeningen aan de slag door de eenvoud van het apparaat en door de visuele en auditieve ondersteuning. Ook zijn ze voortdurend handelend bezig met de blokken en door het omslaan van de bladzijden, waarbij telkens directe feedback wordt  gegeven. Dat maakt dat de i-Blocks zich onderscheiden van andere materialen. Het maakt gebruik van verschillende zintuigen waardoor kinderen niet alleen heel betrokken, maar de letters en de woorden ook beter blijven hangen. Door kinderen niet alleen individueel, maar ook samen er mee te laten werken geef je nog weer een extra verdieping aan het proces.

Juf Henriëtte van De Schatgraver in Zwolle heeft de i-Blocks uitgeprobeerd: “Leuk dat ik de i-blocks kon proberen, ik vond het filmpje ook al heel duidelijk! Werken met i-Blocks spreekt voor de kinderen voor zich. Ze vonden het leuk om uit te proberen. Je ziet dat ze werken met computers veel vaker doen, ze zijn niet bang om gelijk uit te proberen. De snelle interactie zorgde voor een grote betrokkenheid en ze bleven geboeid verder gaan. Omdat ze aan het eind van groep 2 al 17 letters moeten kennen, volgens het dyslexieprotocol, lijkt het me een geweldig middel om te gebruiken in de klas. Spelenderwijs leren ze de letters en leren ze deze ook te gebruiken in een woord. De klanken worden ook allemaal goed uitgesproken, de meeste spelletjes hierbij in de speelgoedwinkels zijn in het Engels, of er worden blokletters uitgesproken en afgebeeld. Gebruik van een koptelefoon erbij is natuurlijk ook heel handig! Zo worden anderen niet gestoord in hun spel. Het is voor alle kinderen bruikbaar omdat er ook een goede opbouw in zit. In het begin is het de juiste letter opzoeken en later al zelf bedenken welke letter er komt. Het mooiste zou zijn als je keus had tussen heel veel boekjes met gangbare thema's in de onderbouw (bijvoorbeeld: de bakker, kleine kriebelbeestjes enz. Ook seizoenen doen het altijd goed). Ik miste nu een beetje de aansluiting met ons thema. Wie weet kunnen we ooit met een programma zelf de boekjes maken??”

Inmiddels zijn er al verschillende boekjes beschikbaar. Overigens niet alleen voor het leren lezen, maar ook voor het tellen en het benoemen van kleuren en vormen. Daarvoor is een aparte set met 8 blokken verkrijgbaar met daarop de cijfers en vormen in verschillende kleuren.

De i-Blocks zijn zeer geschikt voor oudste kleuters, die interesse krijgen voor letters en cijfers. Ook voor groep 3-leerlingen biedt het volop mogelijkheden om te oefenen met woorden en uiteraard ook voor jongere kinderen waarvoor Nederlands de tweede taal is. Het materiaal is daarmee multifunctioneel: zowel voor ontdekkend leren als voor het herhalen of remediëren. Voordeel is ook, dat het methode-onafhankelijk is en je kinderen dus kunt laten oefenen met woorden van hetzelfde type als die je in de klas behandeld, maar toch weer anders dan in de methodeboekjes.

Tot slot een filmpje waarin we kinderen in actie zien:



Meer info: http://www.biggle-toys.com

woensdag 19 oktober 2011

Boektweepuntnul: Photosynth

Vorige week schreef ik een bericht over de lancering van Boektweepuntnul.
Als een van de 125 co-auteurs mocht ik een bijdrage leveren aan dit uniek project: een beschrijving van het programma Photosynth. Hieronder de inhoud van het artikel.



Wat is Photosynth en wat kun je ermee 
Photosynth is een gratis computerprogramma dat is ontwikkeld door Microsoft en dat kan worden gedownload via de website, nadat je een account hebt aangemaakt. Met het programma kun je 360-graden (panorama-) foto's maken en 3D-beelden (Synth), die je vervolgens kunt publiceren op Bing Maps, kunt integreren op een andere website en kunt delen met anderen via Facebook.
Je gebruikt je eigen foto's van een gebouw of een ruimte om de 3D voorstelling te maken.
Om een goede Synth of panoramafoto te kunnen maken, moeten deze foto's elkaar overlappen. Voor een Synth kun je de foto's vanuit verschillende standpunten maken, ingezoomd en uitgezoomd. Voor een panoramafoto varieer je niet in zoom en blijf je op hetzelfde standpunt staan. Vervolgens laad je de foto's in het programma dat deze aan elkaar koppelt zodat een 3D-achtige fotogalerij ontstaat.
Het programma zorgt ook voor het uploaden van de kant-en-klare Synth naar de website zodat je deze kunt delen met anderen. Het resultaat is een professioneel uitziende serie afbeeldingen van een gebouw, een plein, een toren, een standbeeld of welke ander object of ruimte je ook kiest.
Op de website kun je je Synth op meerdere manieren bekijken: als 3D-view, als overhead, als 2D view en als point cloud. Je kunt binnen een Synth navigeren en in- en uitzoomen.

Ontstaansgeschiedenis van Photosynth 
Photosynth is in 2006 door Microsoft gepresenteerd. Eerst kon het publiek alleen Photosynths bekijken die door Microsoft zelf waren gemaakt. Pas later kon iedereen zelf eigen foto's gebruiken.

Doel Photosynth 
Met behulp van Photosynth kun je foto's met elkaar verbinden, zodat een totaaloverzicht ontstaat van een plaats.



Photosynth weetjes
  • Als je Photosynth wilt gebruiken heb je de invoegtoepassing Silverlight nodig. Deze toepassing wordt automatisch geïnstalleerd als deze nog niet op je pc staat. 
  • De techniek van Photosynth stond aan de basis van Bing Streetside. GoogleMaps beschikte al over Streetview en dus moest Bing ook van een dergelijke techniek worden voorzien. 
  • Het is opmerkelijk dat Photosynth als eerste in de Appstore van concurrent Apple beschikbaar is gesteld, terwijl de eigenaren van Windows mobile en Android langer moeten wachten, omdat het programma voor deze platforms nog niet beschikbaar is. 
  • Tijdens de inauguratie van president Obama heeft CNNaan toeschouwers gevraagd om de foto's die ze maakten van de eedaflegging ("the moment") op te sturen. Hiervan is een Photosynth gemaakt die bestaat uit honderden foto's.
  • Om een Synth te maken van een voorwerp waar je omheen draait zijn veel meer foto's nodig zijn dan wanneer je vanuit één standpunt foto's maakt. Dat heeft te maken met de overeenkomsten tussen de verschillende foto's. 
  • Je kunt ook panoramafoto’s naar de Photosynth website uploaden. Je maakt deze panoramafoto's met het Microsoft-programma Image Composite Editor, dat je hier kunt downloaden. 

Bijzondere Photosynth gebruiksmogelijkheden 
Microsoft heeft inmiddels ook een app voor de iPhone en de iPad uitgebracht. Als je met de camera foto's maakt zie je de panoramafoto live ontstaan. Dat gebeurt in het toestel zelf. Als je panoramafoto klaar is, kun je deze uploaden naar de Photosynth server zodat je hem kunt delen met anderen. Je kunt de panoramafoto's ook delen op Bing rnaps: de foto komt dan op de kaart te staan.

Photosynth handleiding
Microsoft heeft een Nederlandstalige handleiding gepubliceerd.

Photosynth jargon
Synth - Elkaar overlappende foto's die samen een soort collage vormen. 
Panorama – horizontaal gekoppelde foto's.

Algemene tip
Ga goed voorbereid foto's maken van interessante objecten. Zoom veel in en uit om details in je Synth op te nemen.

Onderwijstip
Laat leerlingen foto's maken tijdens een excursie en deze uploaden naar een groepsaccount. Leuk voor de website van de school of een klassenweblog.




dinsdag 18 oktober 2011

Hoe vernieuwend is Het leren van de toekomst?

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Hoe vernieuwend is 'Het leren van de toekomst'?”  In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

De afgelopen weken vond op het Ichtus College in Kampen het Kennisnet-project ‘Het leren van de toekomst' plaats. “Tijdens het experiment gaat een 2e jaars VMBO-klas ervaringen opdoen met de mogelijkheden van een leeromgeving waarin innovatieve technologische oplossingen optimaal worden benut. Tijdens deze proef onderzoekt Kennisnet welke bijdragen ICT-toepassingen leveren aan de kwaliteit van het onderwijs.”, lezen we op de projectwebsite.

Hoewel het experiment nog enkele dagen loopt en de onderzoeksresultaten nog niet bekend zijn, namen we het toch alvast als onderwerp voor onze discussie. Een schot voor de boeg zullen we maar zeggen. De vraag die we centraal stelden, was de vraag in hoeverre je kunt spreken van vernieuwing of nog scherper: Zien we hier echt het leren van de toekomst?

De discussie leverde diverse reacties op die betrekking hadden op verschillende invalshoeken.

Leren van de toekomst?
Allereerst de vraag in hoeverre je echt kunt spreken over ‘leren van de toekomst’. Nemen we bijvoorbeeld mee wat Tex Gunning (lid van de Raad van Bestuur van AkzoNobel) onlangs zei in een lezing , namelijk dat we “kinderen opleiden voor de wereld van gisteren”, dan is dat een terechte vraag. Ook in de bekende filmpjes, zoals Shift Happens en Shift Up Education wordt hetzelfde gesteld. We lopen in feite altijd achter de feiten aan in ons onderwijs. Het begrip ‘leren van de toekomst’ is in die zin niet de juiste benaming. Het is eigenlijk meer het onderwijs zoals het nu overal zou moeten zijn.

Kijken we naar de middelen, die nu tijdens het experiment werden gebruikt, dan zien we dat al meer scholen hier mee aan het experimenteren zijn en vaak al verder zijn dan dit experiment. Vergelijken we het met sommige andere landen, dan geldt dat nog eens temeer. Het feit, dat wij een ander onderwijssysteem hebben zal daar ongetwijfeld mee te maken hebben.

Laten we dus zeggen, dat het experiment voor Nederlandse begrippen vernieuwend is en voor veel scholen ook inderdaad ‘leren van de toekomst’. Maar dat zegt meer over de scholen, dan over het experiment. Op de project-website wordt dat ook verwoord: “In het project willen we laten zien wat er nu al kan. Ook al noemen we het de “toekomstige” leeromgeving, gaat het eigenlijk niet over toekomst. Onze boodschap is dat het nu al kan. We kunnen nu al versnellen met behulp van ICT om betere leeropbrengsten te bewerkstelligen. Dit vraagt wel om goede balans tussen het gebruik van ICT en de manier van lesgeven. Het project biedt hiervoor een etalage.”

Visie
Daarmee komen we ook meteen bij de vraag wat je wilt bereiken met de inzet van deze innovatieve technologie. Wat zijn de motieven om deze ‘innovatieve technologische oplossingen’ te gaan gebruiken? Wat is het doel, dat je wil bereiken? Nu kan ‘het ruiken aan de mogelijkheden’ zoals iemand het tijdens de discussie noemde natuurlijk ook een doel zijn. Immers, je moet soms eerst ergens mee experimenteren en in de praktijk uitproberen wat je wel en niet kunt met een bepaalde toepassing voordat je onderwijsinhoudelijke doelen er aan kunt koppelen. Dit experiment wil daarin een bijdrage leveren voor andere scholen, die ook willen vernieuwen.

Dat betekent wel, dat je lering trekt uit deze experimentele fase en op basis daarvan vervolgstappen zet om dat wat je wilt behouden ook echt te borgen in je onderwijs. Koppelen aan langere termijn doelen en die ook steeds voor ogen houden. Die doelen moeten vervolgens ook voor iedereen helder zijn, dus voor docenten én leerlingen.

Communicatie
Dat brengt ons bij de communicatie hierover en dan met name de communicatie met leerlingen. In feite het onderwerp van Discussie dinsdag van vorige week: De behoefte van leerlingen aan het gebruik van ICT.. In hoeverre komen de ingezette innovatieve middelen tegemoet aan de behoeften van leerlingen? Een vraag die we nog wel eens vergeten te stellen.

De leerlingen die aan het experiment deel mochten nemen, hebben via een blog hun ervaringen gedeeld. Opvallend is hoe vaak het woord ‘leuk’ voorkomt in hun berichten: leuk om met de iPad te werken, leuk dat we vaker de laptop mochten gebruiken, leuk om nieuwe dingen te doen (robotica, 3D printing, augmented reality, webcam, touchtable), leuk om de instructiefilmpjes te bekijken. Het gebruik van andere of nieuwe materialen maakt dus het onderwijs leuk of in elk geval leuker. En dat is natuurlijk een belangrijk gegeven. Motivatie is een belangrijke voedingsbodem voor leren.

Er waren ook leerlingen overigens, die wat kritischer waren. Want hoewel de ene leerling stelt het heel prettig te vinden, dat er allemaal instructiefilmpjes beschikbaar waren voor de verschillende vakken, geeft een andere leerlingen aan dat super vervelend te vinden en liever gewoon uitleg te willen hebben, omdat ze dan de instructie beter begrijpen. Ook gaf een leerling aan, dat het onrustiger was in de klas en weer een ander dat de laptop zo traag werd van al die dingen die je moest downloaden. Wat de één prettig vind, is voor de ander juist niet prettig. Wat dat betreft niets nieuws onder de zon. Wel is het van belang om te constateren, dat niet elk middel voor elke leerling geschikt is. Onderwijs op maat betekent ook: middelen op maat. En dat betekent soms dus een ouderwetse mondelinge instructie! En ‘leuk’ is dus niet altijd ‘beter’.

Het is dus zoeken en uitproberen. Daarbij is ook de wet van de communicerende vaten van toepassing: Door het gebruik van andere middelen, zal ook de inhoud mee veranderen. Verander je de inhoud, dan zullen de middelen weer mee moeten veranderen. Maar in beide gevallen met als doel om de leerling zo goed mogelijk onderwijs te geven, dat bij hém past. Een docent zal dus moeten kijken naar de leerstof, de lesdoelen en de leerlingenbehoeften en op basis daarvan kiezen voor het juiste middel met als focus het leerrendement.

Vaardigheden en Mediawijsheid
Naar aanleiding van de opmerkingen van de leerlingen werd tijdens de discussie ook aangegeven, dat de vaardigheden ook een duidelijke rol blijken te spelen, zowel aan de kant van de docent als aan de kant van de leerling. Om de middelen effectief in te kunnen zetten, zal er aandacht moeten zijn voor het op peil brengen van de vaardigheden. Datzelfde geldt ook voor de mediawijsheid van betrokkenen. Tijdens de discussie waren we het er over eens, dat docenten en leerlingen daarbij veel van elkaar kunnen leren. Te weinig kennis van zaken zal leiden tot het niet (effectief) gebruiken van bepaalde middelen of het verwateren daarvan. Daarbij is het wel van belang om op te merken, dat de vaardigheden niet op zichzelf staan, maar dat er vervolgens ook aandacht is voor de toepassing van deze vaardigheden. Dat is een minstens even grote uitdaging!

En: Je hoeft niet alles te weten! Als je er maar voor open staat, een lerende houding hebt en de juiste vragen weet te stellen en niet bang bent om leerlingen verantwoordelijk te maken! Niet overal apps voor uit de kast halen, maar ze zelf kritisch leren nadenken! Oftewel: hun eigen 'apps' leren gebruiken! De docent maakt leerlingen mediawijs en de leerlingen maken de docent mediavaardig.

Dit alles geeft overigens ook aan, dat apart ICT-beleid niet meer van deze tijd is, maar verweven moet zijn in het totale onderwijsbeleid.

Tot slot een citaat van een van de deelnemers: “Leren moet steeds meer op werken lijken, want werken is steeds meer leren!” Dat is pacht echt ‘Leren van de toekomst’! We wachten met spanning op de resultaten van het experiment op het Ichtus College in Kampen!

Was je niet in de gelegenheid om mee te doen met de discussie, maar heb je wel een standpunt hier over? Reageer dan op dit blog of via de LinkedIn-groep De toekomst voor onderwijs en ICT
Heb je zelf een suggestie voor een interessant discussie-onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven. Op discussiedinsdag.yurls.net vind je alle tijdens de discussie genoemde linkjes en ook die van alle voorgaande discussies.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @WouterSchimmel , @karinwinters , @FransDroog , @GUPAGEBO , @michelboer , @ruudleuverink , @Sjaboepaan , @jong_leren , @MariekeSimonis , @inabel , @M_Masselink , @ellishouben81 , @compie67 , @_JuuT_ , @jelmerevers


Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen 12.00 uur en 13.00 uur op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

dinsdag 11 oktober 2011

De behoefte van leerlingen aan het gebruik van ICT

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Welke ICT-behoeften hebben leerlingen?” In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

Als school hebben we het beste voor met onze leerlingen. Lees de schoolgidsen er maar op na! We willen ze allemaal zorg op maat geven, onderwijs dat bij hen past, inspelen op hun leerbehoeften en ga zo maar door. Alle leerkrachten en docenten werken zich daarvoor elke dag uit de naad!

In het onderwijs wordt op steeds grotere schaal ICT ingezet: om te oefenen met bepaalde leerstof, om informatie op te zoeken en te verwerken, om instructie te geven. De mogelijkheden daarvoor worden steeds groter. Op veel scholen worden experimenten gehouden met allerlei soorten software en hardware. Over de meerwaarde van ICT komen steeds meer onderzoeksresultaten beschikbaar.

Wat in de praktijk toch nog vaak lastig blijkt, is de koppeling tussen enerzijds de mogelijkheden en anderzijds het onderwijs, dat we de leerlingen volgens onze schoolgidsen willen bieden. Daarin spelen allerlei factoren een rol: de deskundigheid van het onderwijzend personeel, de beschikbare infrastructuur en middelen, de hoeveelheid content die beschikbaar is, enzovoort.

De grote vraag tijdens de discussie van vandaag was: in hoeverre spelen de specifieke behoeften van leerlingen zelf een rol bij dit alles? We maken als school allemaal mooie plannen, maar hoe verhouden die zicht tot datgene waar leerlingen op zitten te wachten? Concreet: Ervaren zij, dat de instructie beter is en meer interactief wanneer de leerkracht het digibord of touchscreen inzet? Merken ze dat het dagelijks oefenen op de computer invloed heeft op de resultaten van hun schoolwerk? Zien ze in, dat ze door het aanleren van bepaalde vaardigheden beter in staat zijn informatie te vinden op het internet? Dat ze supersnel allerlei informatie bij de hand hebben via hun tablet en daardoor efficiënter kunnen (samen-)werken? Kortom: Ervaren zij die inhoudelijke meerwaarde, die wij zo graag zouden willen bereiken?

Of schaffen we met de beste bedoelingen allerlei software en apparatuur aan, die wellicht een aangename afwisseling opleveren, maar na verloop van tijd voor de leerlingen neerkomt op meer van hetzelfde maar dan op een andere manier. Ervaren ze misschien helemaal niet die meerwaarde. Slaan we de plank wellicht mis met onze goede bedoelingen en investeringen.

Tussen deze twee uitersten ligt een groot grijs gebied. Een paar interessante vragen: Laten we leerlingen meedenken in onze plannen? Mogen ze met hun eigen suggesties komen en nemen we die serieus in overweging? Laten we ze meedenken vóórdat we bijvoorbeeld een internetprotocol opstellen? Houden we rekening met specifieke leerbehoeften en zoeken goede mogelijkheden om daar met ICT op in te spelen?
Soms zit het in heel eenvoudige en creatieve oplossingen, die lang niet altijd veel geld kosten. Vaak zelfs te realiseren met reeds beschikbare middelen.

Even rondspeuren op het internet viel me op, dat scholen voor speciaal onderwijs dat veel specifieker lijken te benoemen op hun websites en in hun schoolgidsen. Wellicht worden zij meer geconfronteerd met de beperkingen van hun leerlingen en gaan ze van daar uit meer op zoek naar middelen om in te spelen op bijbehorende behoeften. Zijn de effecten in het speciaal onderwijs wellicht beter zichtbaar?

Soms ligt de meerwaarde erg voor de hand en zijn resultaten snel zichtbaar, ook voor de leerling zelf. Denk bijvoorbeeld aan een Daisy Speler of een AlphaSmart voor leerlingen met dyslexie, vergrotingssoftware voor leerlingen met visuele berperkingen, De Sociaal op Stap-tool voor kinderen met autisme. Helaas is dat, zeker in het reguliere onderwijs, lang niet altijd zo gemakkelijk aan te wijzen en is het echt een zoektocht met vallen en opstaan.


Uiteraard heeft het meedenken door en bevragen van leerlingen ook zo zijn beperkingen. Als leerkrachten zien we het grotere geheel, hebben we te maken met financiële en organisatorische beperkingen, hebben we juist een taak om leerlingen nieuwe dingen te laten ervaren en dus ook dingen waar ze zelf niet op zouden komen. Het bevatten van de mogelijkheden van ICT is voor lang niet alle leerlingen haalbaar.
Aan de andere kant: Leerlingen kennen vaak weer toepassingen, apps, games of gebruiksmogelijkheden waar wij als leerkracht weer niet op zouden zijn gekomen. Kinderen weten daarin vaak beter ‘out of the box’ te denken dan volwassenen, juist omdat ze minder leeuwen en beren op de weg zien.

Met het toenemen van de mogelijkheden zullen in zekere zin ook de behoeften steeds veranderen. Tegelijkertijd blijven bepaalde behoeften ook gelijk: behoefte aan begeleiding, aan een goede uitleg en wellicht nog een extra uitleg, enzovoort. daarnaast zullen als gevolg van ingezette middelen ook nieuwe behoeften ontstaan. Belangrijk om als school daar op gespitst te zijn. En voordat je allerlei plannen gaat maken of gaat aanschaffen: vraag de leerlingen eens welke mogelijkheden zij zien of probeer het eerst eens een periode uit en bespreek het dan met hen na. Misschien niet direct de leerling als ‘partner’, maar wel als denktank!

Heb je concrete ideeën over dit vraagstuk, hoe je hier mee om kunt gaan en/of heb je hier ervaring mee? Deel het met ons via een reactie op dit artikel!

Heb je zelf een suggestie voor een interessant discussie-onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven. Op discussiedinsdag.yurls.net vind je alle tijdens de discussie genoemde linkjes en ook die van alle voorgaande discussies.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @GUPAGEBO , @GJIB , @ruudleuverink , @Emiel2Punt0 , ThijsvandeReep , @ivehapers , @raoulteeuwen , @ReinBeilsma

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen 12.00 uur en 13.00 uur op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

maandag 10 oktober 2011

Lancering Boektweepuntnul



Het begon in juni met een twitter-berichtje van Tessa van Zadelhoff en Louis Hilgers: Wie helpen ons mee om een boek te schrijven over web 2.0 en social media?


Ze hadden een honderdtal toepassingen uitgezocht en wie wilde, kon zich voor een van de toepassingen inschrijven. Binnen drie dagen waren alle onderwerpen weg en er kwamen er nog 25 bij! Zo ontstond een uniek project: Boektweepuntnul, een co-creatie van 125 mensen die zich allemaal bezighouden met onderwijs en ict.
Mensen uit het PO, het VO, ondersteuningsdiensten, maar ook uit het bibliotheekwereldje, ontwikkelaars van toepassingen, kortom: een bont gezelschap van mensen die graag meededen. Vanaf juni kregen we allemaal een opzet en volgens een vast omschreven plan kon iedereen zijn bijdrage schrijven en inleveren.
Vanaf augustus gingen Tessa en Louis, geholpen door mensen van uitgeverij Van Buurt boek en vormgevers, aan de slag. We kregen allemaal een concept, dat soms tekstueel iets was aangepast, terug om ons laatste commentaar te geven en zo Gedurende de rit werden we minimaal eenmaal per week door de initiatiefnemers op de hoogte gehouden van de voortgang van het project. En na vier maanden vond dan de lancering plaats bij Beeld en Geluid in Hilversum. Vanuit heel Nederland waren de co-auteurs toegestroomd om hierbij aanwezig te zijn.
En het werd een fantastische happening, waar bekenden en onbekenden elkaar ontmoetten en getuige waren van het feestje van Tessa en Louis. Want zonder alle medewerking was het project nooit van de grond gekomen, maar zonder hun initiatief was er nooit een project geweest!



Tijdens een flitsende presentatie gunde trendwatcher Remco Bron ons een blik in de toekomst en deed hij drie voorspellingen:
  • Het TV-landschap gaat op de schop. We kijken straks niet meer op hetzelfde moment naar de televisie, maar tv-on-demand neemt het stokje over. Nu al zijn er web-series à la GTST. De techniek is er al klaar voor.
  • Twitter is op z’n hoogtepunt. We gebruiken Facebook straks als persoonlijk social medium en Google + voor het zakelijke deel.
  • Alles gaat mobiel. Mooi voorbeeld (dat ook al in het boek staat bij QR): spoorwegstations waar reizigers virtueel met behulp van QR levensmiddelen kunnen kopen die IRL thuis worden bezorgd.
Presentatie Boektweepuntnul
View more presentations from Remco Bron

Ik ben zeer onder de indruk van de organisatie van het hele project. Alle voornemens zijn waargemaakt. De communicatie verliep voortreffelijk en het resultaat is een prachtig boek dat mijn verwachtingen heeft overtroffen. Het hele weekend heeft het op mijn tafel gelegen en ik kon er niet afblijven. Steeds weer bladerde ik er doorheen, steeds zag ik weer andere bekende namen en ik was steeds weer benieuwd naar de inhoud van bekende en onbekende toepassingen. De kwaliteit van de bijdragen is van hoog niveau, kort, rechttoe-rechtaan en het strakke format maakt het plezierig om te lezen. Dit boek is verplichte kost voor iedereen die het gebruik van digitale leermiddelen een warm hart toedraagt.



Er zijn twee versies: een algemene uitgave en een speciale onderwijsuitgave. De laatste editie bevat extra artikelen over de didactiek van Social media in de lespraktijk, Beter leren en lesgeven met web 2.0, Nieuwe denkvaardigheden, Hoe scholen om moeten gaan met social media en Lerende netwerken met 2.0.
Beide uitgaven kunnen besteld worden via de website.

Tijdens de presentatie van het boek deelde Louis mee dat Boektweepuntnul is genomineerd voor de SIDN-award. Alle informatie over het project vind je op de website, waaronder blogbijdragen, een interview met Vincent Evers en foto’s van het evenement.

En tenslotte nog even het hele stel op de plaat:

donderdag 6 oktober 2011

Lessen met ICT: Ik ben een held.

De trainers van Station to Station publiceren iedere twee weken een complete innovatieve les om leerkrachten te stimuleren met ICT aan de slag te gaan. De lessen staan altijd in het teken van een onderwijskundig doel waarbij een gratis toepassing op internet als hulpmiddel gebruikt wordt om een les leerzamer, boeiender en interactiever te maken.

Deze week de les Ik ben een held

In het kader van de Kinderboekenweek 2011 is het een logische zaak om eens met de leerlingen te werken aan ‘heldendom’. Nagenoeg iedere school heeft in de schoolgids één of meer paragrafen staan over ‘De veilige school’. Leerlingen moeten zich op school prettig, geaccepteerd en veilig voelen. Het is een belangrijke taak van de school om dit te bewerkstelligen, niet in de laatste plaats omdat dit voorwaarde is voor een klimaat waarin iedere leerling optimaal kan leren en leven.
Er is een direct verband tussen ‘De veilige school’ en de gepresenteerde les. Leerlingen gaan in deze les na, dat iedereen een held kan worden, door eenvoudige dingen te doen of juist na te laten, waardoor het voor jezelf en anderen plezierig wordt.
Leerlingen maken een weekkalender, waarin ze per dag een heldendaad gaan plannen voor zichzelf. In de les wordt aangetoond dat ook betrekkelijk eenvoudige inzet van ICT hier kan bijdragen.

Je kunt het lesmateriaal downloaden op de website van Station to Station.

We stellen het erg op prijs als leerkrachten hun ervaringen met ons delen. Dat kan door een bericht achter te laten op ons Blog, te Twitteren naar @netwijs of te reageren via email info@stationtostation.nl
Heeft u ook een innovatieve les gemaakt of heeft u een innovatieve ICT toepassing die u geschikt vindt. Mail ons uw les of lesidee.

P.S. Wist u dat scholen die het C3LO netwerk hebben iedere twee weken een nieuwe les op het netwerk krijgen die door de leerlingen zelfstandig verwerkt kan worden? Deze wordt door onze onderwijsredactie ontwikkeld. Een voorbeeld vindt u hier

dinsdag 4 oktober 2011

Digitale uitdaging in het onderwijs start bij de leerkracht

Het onderwerp vandaag op Discussie Dinsdag was “Digitale uitdaging in het onderwijs start bij de leerkracht”  In dit artikel een uitgewerkte samenvatting.

Het onderwerp vandaag was afkomstig van een filmpje, dat gisteren werd gepubliceerd met als titel: De Digitale Uitdaging in het onderwijs. Het filmpje neemt leerlingen als uitgangspunt. Komt de school tegemoet aan hun wensen? Kan en wil de school die uitdaging aangaan? En wie moet dan specifiek die uitdaging aangaan? Wie moet er in actie komen na het zien van dit filmpje?

In onze stelling hebben we de titel van het filmpje iets aangepast en het balletje bij de leerkracht gelegd. Dat is immers degene die daadwerkelijk het onderwijs verzorgd aan de leerling? Als er iets moet veranderen in de klas, dan begin het toch bij de leerkracht.
Hoewel de stelling een inkoppertje lijkt, is er toch wel meer over te zeggen. Ja, de leerkracht is degene die bepaalde middelen wel of niet inzet in de klas. Maar deze leerkracht heeft wel te maken met het beleid dat gevoerd wordt op de school en de visie die er is. Heeft het team van de school, onder leiding van de directie, een gezamenlijk antwoord op de vragen die de leerlingen in het filmpje stellen? Zo niet, dan zal dat nog moeten gebeuren. En als die visie er wel is, dan zal de uitvoering hiervan gefaciliteerd en aangestuurd moeten worden. Niet alleen de vraag  ‘Wat willen we?’ moet beantwoord worden, maar ook ‘Wat kunnen we?’en ‘Hoe gaan we dat doen?’

Ligt dan dus het balletje bij de directie? Voor een deel wel. Daar ligt de regie. Dat betekent echter niet, dat je als leerkracht geen eigen verantwoordelijkheid hebt. Ben je als leerkracht op de hoogte van ontwikkelingen en mogelijkheden en deel je dat ook met anderen? Wie houdt je tegen om met de middelen die je ter beschikking staan te gaan experimenteren? Ga enthousiast aan de slag en deel je enthousiasme met collega’s. Wellicht slaat het vonkje over en kun je samen aan de directie laten zien waar je ambities liggen.

In de praktijk blijkt dit alles toch wat gecompliceerder. Leerkrachten die zich roepende in de woestijn voelen. Directeuren en ICT-coördinatoren, die grote weerstanden voelen. Ouders, of zoals het filmpje laat zien: leerlingen, die geen gehoor vinden. Het is echter de vraag of dat direct met het middel ICT te maken hebben. Of is dit een gemakkelijke stok om de hond te slaan en zelf buiten schot te blijven?

Weerstanden zien we ook bij de invoering van een nieuwe methode, bij de invoering van een ander onderwijsmodel of bij verandering van taken. Wil je überhaupt wel veranderen? Wil je wel weten hoe het ook ánders kan? En terug naar het filmpje: Staan je als school en als leerkracht er voor open aan leerlingen te vragen wat zij nu graag zouden willen. Dat vraagt een andere benadering, dan we vaak gewenst zijn.
Feit is, dat van de directie een stuk visie verwacht mag worden en van de leerkrachten de nodige competenties om onderwijs op een eigentijdse manier vorm te geven, passend bij de onderwijsbehoefte van hun leerlingen. Daarin kun je niet zonder elkaar. Je zult met elkaar in gesprek moeten en op zoek moeten naar mogelijkheden en manieren om zaken te organiseren.

Tegelijkertijd moet je ook wel eens even niet praten, maar doen. Gewoon eens even uitproberen en ervaren. Niet wachten tot iedereen het er mee eens is, maar de praktijk voor zich laten spreken. Goede voorbeelden zeggen vaak meer dan duizend woorden!

Een citaat uit de discussie: “Als het om een eigen telefoon gaat is men wel bereid te leren, gaat het over mogelijkheden of kansen in het onderwijs niet.” Misschien ligt daar de sleutel! Welke belang is er in het spel als het gaat om integratie van ICT in het onderwijs? Voor leerkrachten liggen die belangen wellicht weer anders, dan voor leerlingen, de directie of de ouders. De uitdaging ligt dus in het feit om samen op zoek te gaan naar de gezamenlijke belangen! Niet het balletje steeds terugschoppen naar de ander, maar samenspelen om samen te scoren!

Heb je zelf een suggestie voor een interessant discussie-onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven.

Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @GUPAGEBO , @compie67 , @Sjaboepaan , @henkvangils , @Emiel2Punt0

Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen 12.00 uur en 13.00 uur op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!

maandag 3 oktober 2011

Interactief lesgeven met verschillende devices

Interactief lesgeven met behulp van een platform onafhankelijk response systeem
In het kader van opbrengstgericht werken en interactiever lesgeven heb ik onderzocht welke mogelijkheden  er zijn om een tablet of ander device in te zetten als response voting system (stemkastje). Ik ben er meerdere tegengekomen en degene die me het meest aansprak was het systeem van Turning Technologies.


Bring your own device
Of je nu de stemkastjes van Turning Technologies gebruikt, een gratis iPad of Android applicatie downloadt, of de website bezoekt om te stemmen, je kunt altijd deelnemen aan de sessie door de unieke code in te voeren. Hierdoor hoef je als school niet voor elke leerling een stemkastje aan te schaffen. Volgens het uitgangspunt ´Bring your own device´ kunnen leerlingen op hun eigen telefoon meedoen tijdens de les. Voor de vooruitstrevende scholen die overwegen om tablets aan te schaffen, is dit ook zeker het onderzoeken waard.

In de praktijk
Om de set uit te testen ben ik naar groep 5 van De Wegwijzer in ’s-Gravenzande geweest, waar ik een woordenschat les uit de methode heb uitgewerkt in een Powerpointpresentatie. Vooraf had ik het gratis programma TurningPoint 2008 geïnstalleerd. Dit programma voegt een knop toe aan het lint van PowerPoint, waarin de vragen worden gemaakt. De vragen zijn zo geformuleerd, dat de leerlingen de stemkastjes kunnen gebruiken. De beginvragen van de woordenschatles bleken iets te makkelijk te zijn, maar dit was ook wel weer mooi om te wennen aan het stemmen.

De kinderen kregen de beschikking over:
  • 20 ResponseCards in de eenvoudigste vorm met LCD display, waarmee ze kunnen stemmen met ja/nee, waar/niet waar, 1 t/m 10 of A t/m J.
  • 1 ResponseCard waarmwee ook open vragen beantwoord kunnen wroden
  • 1 iPad met de gratis app van Turning Technologies
  • 1 Samsung Galaxy smartphone met de gratis app  
  • 3 pc's waarmee leerlingen gebruik konden maken van de website www.rwpoll.com

De Response Cards werkten allemaal met behulp van een draadloze verbinding met de computer waarop de antwoorden geregistreerd werden. De verbinding met de iPad, de Samsung en de drie computers achter in de klas verliep via internet.

Het duurde de eerste keer vrij lang voordat alle leerlingen gestemd hadden, logisch natuurlijk, want de leerlingen moesten nog even wennen aan het stemmen. Dit ging de keer erna beter en met het 'aftelmechanisme' werden alle leerlingen gedwongen binnen de tijd te stemmen. Opvallend was dat de leerlingen met de Samsung Galaxy en de iPad de vragen het snelst beantwoordden. Blijkbaar konden zij deze apparaten snel bedienen.
Op de pc’s achter in de klas ervoeren we soms enige vertraging met het weergeven van de vragen. De Responsecards reageerden ook niet altijd even snel, waardoor het toch soms nog relatief lang duurde voordat alle antwoorden binnen kwamen.

Toch waren de leerlingen enthousiast. We ontdekten heel snel dat veel leerlingen niet wisten wat het woord ‘peinzen’ betekende en dat ze de overige onderdelen al heel goed beheersten. Hier kan je als leerkracht direct op inspelen.
De leerkracht van de groep waar ik de gastles verzorgde merkte op dat het best wat tijd kost om een dergelijke les voor te bereiden. Eigenlijk deel je nu je tijd als leerkracht anders in. De tijd die je normaal gesproken zou steken in het nakijkwerk, steek je nu in je voorbereiding, want door het stemmen wordt alles al geregistreerd. Daarnaast kun je direct reageren en anticiperen op de uitkomsten en geef je effectiever les.

Bijeenkomst ICT coördinatoren WSKO
Tijdens een inspiratiesessie over de toekomst van ICT voor alle ICT coördinatoren van WSKO op ons kantoor in Woerden, hebben we de stemkastjes ook ingezet. Je zag direct de betrokkenheid van de deelnemers groter werd toen om hun mening werd gevraagd. Dat levert meer interactie op basis van de gegenereerde gegevens op en het biedt stel je de mogelijkheid om vragen te stellen over de scores. Ook hier hebben we ervaren dat het soms enige tijd duurt voordat alle stemmen zijn doorgekomen. Toch onderkenden de meeste ICT coördinatoren de meerwaarde van een dergelijk systeem.

Lessen met ICT: Een excursie op video opnemen en bewerken

De trainers van Station to Station publiceren iedere twee weken een complete innovatieve les om leerkrachten te stimuleren met ICT aan de slag te gaan. De lessen staan altijd in het teken van een onderwijskundig doel waarbij een gratis toepassing op internet als hulpmiddel gebruikt wordt om een les leerzamer, boeiender en interactiever te maken.

Deze week de les Een excursie op video opnemen en bewerken
In het onderwijs worden allerlei activiteiten ontplooid die het waard zijn om met video opgenomen te worden en te worden gedeeld met anderen. Met het opnemen en bewerken van video kunnen de leerlingen bijvoorbeeld leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. Je kunt het lesmateriaal hier downloaden.



We stellen het erg op prijs als leerkrachten hun ervaringen met ons delen. Dat kan door een bericht achter te laten op ons Blog, te Twitteren naar @netwijs of te reageren via email naar info@netwijs.info

Heeft u ook een innovatieve les gemaakt of heeft u een innovatieve ICT toepassing die u geschikt vindt. Mail ons uw les of lesidee: info@netwijs.info

P.S. Wist u dat scholen die het C3LO netwerk hebben iedere twee weken een nieuwe les op het netwerk krijgen die  door de leerlingen zelfstandig verwerkt kan worden? Deze wordt door onze onderwijsredactie ontwikkeld.
Een voorbeeld vindt u hier: http://www.stationtostation.nl/c3lo/educatieve_content/voorbeeldlessen/#par168