Eigenlijk is scholing niet het juiste woord en moeten we spreken van professionalisering. Dat is breder en heeft naast trainingen, workshops en opleidingen ook betrekking op bijvoorbeeld onderling kennis delen, beurzen, vakbladen en boeken.
Op veel scholen gaat er het nodige aan tijd en geld in teamscholing zitten bijvoorbeeld rond een bepaalde onderwijskundige verandering. Daarnaast zijn er individueel leerkrachten, die hun directie of bestuur toestemming vragen voor het volgen van een cursus of opleiding. Soms is dat gerelateerd aan waar de school mee bezig is, soms ook aan eigen interesse of ambities. Tegelijk zijn er ook leerkrachten, die daar niet zelf initiatief in nemen. Soms wordt dat door de directie bespreekbaar gemaakt, maar lang niet altijd. Er blijkt vaak ook veel onduidelijkheid te bestaan over de mogelijkheden die er zijn.
Wat nu als elke leerkracht een eigen budget zou krijgen elk jaar voor professionalisering? Tijdens de discussie hierover gaven verschillende deelnemers aan, dat dit een goede optie is. Wel werd er opgemerkt, dat een deel van het budget besteed zou moeten worden aan teamtrainingen geïnitieerd vanuit de school en een ander deel dan een persoonlijk budget zou kunnen worden.
Wanneer leerkrachten zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen budget kan dat verschillende voordelen bieden. Ze worden zo gedwongen na te denken over een zinvolle besteding hiervan. Als school kun je als voorwaarde stellen, dat de besteding van het budget gerelateerd moet zijn aan de visie van de school en de speerpunten waaraan vanuit het beleidsplan gewerkt wordt. Daar moeten duidelijke afspraken over gemaakt worden en kaders gesteld.
Door met elkaar in gesprek te gaan om bijvoorbeeld na te gaan of andere leerkrachten ook interesse hebben in een bepaalde training kun je er voor zorgen, dat je eigen budget niet in één keer op is. Ook kan het de moeite lonen om te bekijken of door betere kennisdeling, bijvoorbeeld met leerkrachten van andere scholen binnen de vereniging of stichting, een training door externen wellicht overbodig is. De budgetten kunnen dan echt ingezet worden voor die zaken waar echt sprake is van een hiaat in kennis, vaardigheden of competenties. Dit concept zou dus een belangrijke impuls kunnen geven aan een dialoog binnen het team over de visie van de school, aan de kwaliteit van de professionalisering van de leerkrachten en recht doen aan reeds aanwezige kennis, vaardigheden en competenties en het onderling delen kunnen stimuleren.
Ingebracht werd nog, dat de directeur of het bestuur bugdetverantwoordelijk is, ook voor scholingsbudgetten. Dat is natuurlijk ook zo. Zij zijn en blijven eindverantwoordelijk. Ook als leerkrachten de verantwoordelijkheid zouden krijgen over hun eigen professionaliseringsbudget, dan hebben ze geen carte blanche. Ze moeten de besteding kunnen verantwoorden vanuit de gemaakte afspraken zoals we die eerder genoemd. In die zin blijft de directie dus altijd eindvernatwoordelijk.
Na afloop van de discussie sloeg ik de CAO er nog eens op na. Daarin wordt in verschillende paragrafen aandacht besteed aan professionalisering:
- “Het beschikbare budget voor professionalisering wordt verdeeld in een collectief deel en een persoonlijk ontwikkelingsbudget. De verdeling behoeft de instemming van de P(G)MR.” Daarbij wordt aandacht besteed aan “de beoogde ontwikkelingsdoelen van de organisatie en het daarvoor bedoelde collectieve deel van het budget” en “de beoogde ontwikkelingsdoelen van de werknemers en het daarvoor bedoelde persoonlijk ontwikkelingsbudget”. Aandacht dus voor zowel de belangen van de organisatie als die van de werknemer.
- Elke vier jaar wordt er een Persoonlijk Ontwikkelingsplan opgesteld of geactualiseerd. Daarin worden ook afspraken vastgelegd over de te besteden tijd aan professionalisering en ontwikkeling en het beschikbare budget. Ook de belangen van de organisatie enerzijds en de werknemer anderzijds worden daarin onderling afgestemd.
Uit de Nationale Onderwijsmonitor 2010 bleek, dat 67% van de leerkrachten niet bekend is met het professionaliseringsbudget. Van de hoogte, namelijk €500-€600 p.p., was 87% niet op de hoogte. Dat gold ook voor 17% van de leidinggevenden. Daar hebben we dan bij dezen wat aan gedaan!
In dit onderzoek kwam ook naar voren, dat leerkrachten voor praktische trainingen en workshops willen en het liefst in groepsverband. En terecht natuurlijk!
Uit dit onderzoek kun je concluderen, dat de CAO ofwel onvoldoende gelezen ofwel onvoldoende nageleefd wordt. Of is het een kwestie van interpretatieverschillen? Goede communicatie en voorlichting hierover lijkt op zijn plaats! Dat is zowel in het belang van de school als de leerkracht zelf. Duidelijke afspraken over eigen ambities en interessegebieden, noodzakelijke bijscholing en de ontwikkeling van de school als organisatie samen vastleggen in persoonlijke ontwikkelingsplannen zoals de CAO het beschrijft, maakt de leerkracht verantwoordelijk voor zijn eigen loopbaan. Belangrijke vraag die dan nog rest: Wil de leerkracht dat eigenlijk wel? Een mooi onderwerp voor de eerste teamvergadering na de zomervakantie! Ik zou zeggen: Leerkrachten lees de CAO en grijp je kans!
Tot zover het uitgewerkte verslag van de discussie. Op discussiedinsdag.yurls.net vind je nog enkele bijbehorende interessante aanvullende links, die genoemd werden tijdens de discussies. Heb je zelf nog aanvullende opmerkingen, ideeën of ervaringen? Reageer op dit blog!
Heb je zelf een suggestie voor een interessant discussie-onderwerp? Mail naar discussiedinsdag@gmail.com om het door te geven.
Aan deze discussie deden de volgende Tweeps mee:
@rinusd, @Netwijs , @michelboer , @Helikon , @MvandeVrie , @Sjaboepaan , @henkheurter , @FransDroog , @See_Genius , @GUPAGEBO
Volgende week weer een nieuwe discussie over een nieuw onderwerp!
#netwijs Discussie Dinsdag: elke dinsdag tussen twaalf en twee op Twitter. Discussieer mee over Onderwijs en ICT!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten